Weert Lokaal | Politieke partij Weert

Rene_VerheggenMevrouw de voorzitter, dames en heren.

Helaas is onze burgemeester, de heer Heijmans, wegens verplichtingen elders in onze stad, niet in de gelegenheid hier vanmiddag aanwezig te zijn, Hij laat zich daarvoor bij u verontschuldigen.

Aan mij heeft hij gevraagd als nestor en plaatsvervangend voorzitter van de raad hier vanmiddag de gemeente Weert te vertegenwoordigen. Vanuit die positie wens ik u dan ook een warm welkom toe in onze van Hornestad.

U allen bent vandaag naar Weert gekomen om in deze prachtige, historische omgeving middels de “Nationale Herdenking Verkeersslachtoffers 2015” stil te staan bij de slachtoffers die in het afgelopen jaar en in eerdere jaren bij ongevallen in het verkeer in ons land gevallen zijn.

Dat kan niet alleen een vader of moeder, een zoon of dochter, een zus of broer of een verder familielid zijn, maar ook een dierbare vriend of vriendin of goede kennis. Het is de twintigste jaar dat uw vereniging deze slachtoffers in het verkeer herdenkt. En helaas, dat blijft nog steeds nodig.

Het gaat daarbij overigens niet alleen om degenen die bij een verkeersongeval het leven lieten, maar ook om hen die daarbij ernstig gewond raakten.

Zij die overleden bij een verkeersongeval lieten niet alleen een leemte achter bij hen met wie zij het leven deelden, maar bezorgden hen ook veel vragen.

“Hoe heeft dit kunnen gebeuren; had dit voorkomen kunnen worden en hoe moeten we nu verder”. Ook degenen die met blijvend lichamelijk letsel te maken kregen zitten vaak met soortgelijke vragen.

Het is daarom goed dat er een vereniging verkeersslachtoffers in ons land is die hun belangen wil behartigen, voor hen een vraagbaak wil zijn en niet minder belangrijk een forum voor lotgenoten contact.

Helaas moeten we vaststellen dat ondanks alle inspanningen die de diverse overheden hebben geleverd er jaarlijks nog te veel ongevallen plaatsvinden; ongevallen met verstrekkende gevolgen.

570 verkeersdoden en bijna 19.000 ernstig gewonden kenmerkten het verkeersjaar 2014. Dat staat haaks op de geformuleerde doelstellingen van het rijk, de provincies en de gemeenten.

In onze gemeente Weert werden in dat jaar 4 doden en 863 ernstig gewonden geregistreerd. Deze aantallen sluiten niet aan bij de doelstelling van onder meer het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg; een doelstelling die ook door de gemeente Weert wordt onderschreven .

Die doelstelling luidt: “Maak van de 0 een punt”. Nul slachtoffers in het verkeer, want elk slachtoffer is er een teveel. En wat in Limburg moet gelden, zal zeker ook moeten gelden in de overige Nederlandse provincies.

Er is door de diverse overheden in het verleden al veel in het veiliger maken van het verkeer geïnvesteerd. Dat gebeurde onder meer in het kader van Duurzaam Veilig.

30 km gebieden werden al dan niet sober ingericht in de woongebieden. Er kwamen 60 km wegen in de buitengebieden en verkeerstafels, rotondes, drempels, chicanes en wegversmallingen werden bekende verschijnselen in de provinciale en gemeentelijke infrastructuur.

Het aantal dodelijke slachtoffers naam in de periode 2005 – 2014 met circa 30% af van 807 naar 570, maar het aantal ernstig gewonden kende zo een daling helaas niet. Voor de diverse overheden is er dus nog steeds een behoorlijke taak weggelegd.

Uit de diverse verkeersmeldpunten blijkt dat er nog veel locaties zijn die door de burger als verkeersonveilig worden ervaren”. Nog steeds zal er dus vol ingezet moeten worden op reductie van het aantal slachtoffers in het verkeer.

Verkeersveiligheid wordt door een aantal factoren bepaald.

Hoe veilig is het verkeersmiddel; hoe veilig is de infrastructuur; hoe staat het met de kennis van verkeersregels; hoe is het verkeersgedrag en hoe staat het met de handhaving zijn vragen die gesteld kunnen en mogen worden.

Wat de veiligheid van verkeersmiddelen betreft liggen de bevoegdheden en de taak bij de Rijksoverheid. Zij bepaalt immers aan welke voorwaarden en normen deze middelen moeten voldoen.

In dit kader zou naar mijn mening meer aandacht besteed mogen worden aan de fiets met trapondersteuning. Ligt er geen relatie tussen de snelheden waarmee met deze fietsen aan het verkeer deelgenomen wordt en het grote aantal al dan niet dodelijke slachtoffers in de leeftijdscategorie boven de zestig.

Dat aantal senioren leidt met 209 dodelijke slachtoffers in 2014 tot een aandeel van circa 35 % in alle dodelijke ongevallen en bijna de helft van dit aantal personen was fietser.

Wat de infrastructuur betreft ligt de taak bij wegbeheerders. Dat kan zowel het rijk, de provincie of de gemeente zijn. Is de kwaliteit van het wegdek wel goed genoeg om de kwalificatie veilig te krijgen; is de belijning bij minder goede weersomstandigheden wel duidelijk zichtbaar; zijn de geplaatste verkeersborden voldoende duidelijk; is er sprake van een logisch en veilig ontwerp. Allemaal vragen die in het kader van verkeersveiligheid relevant zijn

In dit verband memoreer ik het voorbije woensdag gepubliceerde voornemen van de minister van infrastructuur, mevrouw Schultz – van Haegen om richtlijnen en nadere regels uit te vaardigen voor kruispunten waaronder rotondes, zodat aan de huidige onduidelijkheid als gevolg van de vele varianten een einde komt en iedere verkeersdeelnemer weet wat van hem verwacht wordt.

Als wethouder van de gemeente Weert heb ik in het verleden echter moeten ervaren dat standaard oplossingen niet altijd effectief zijn. Vaak is inleving in de situatie en creativiteit nodig om samen met de bewoners in de omgeving tot een aanvaardbare en veilige oplossing te komen. Een theoretisch ontwerp uit de bureaulade trekken is vaak niet de oplossing.

Ongevallen kunnen ook te wijten zijn aan foutief verkeersgedrag. Respect voor de overige verkeersdeelnemers is een basisvoorwaarde voor een veilig verkeer. Maar kun je wel respect voor je mede weggebruiker tonen als je de geldende verkeersregels niet of onvoldoende kent.

In dit verband verwijs ik naar de twee ongevallen met dodelijke afloop welke voorbije vrijdag op zebrapaden in ons land plaats vonden. Was hier sprake van een gebrek aan kennis of van een gebrek aan respect of mogelijk van beide.

Kun je als verkeersdeelnemer wel volstaan met de kennis die je in je jonge jaren vergaard hebt bij het behalen van het verkeersexamen op de lagere school of na je schooltijd bij het behalen van de rijbewijs. Naar mijn bescheiden mening is het antwoord daarop: neen.

Daarom zou ook in het kader van het verkeer sprake moeten zijn van een permanente educatie. Om dat te bereiken zouden met name de gemeenten veel meer een stimulerende en facilitaire rol moeten vervullen.

Zou het gek zijn als aan het verlengen van de geldigheidsduur van het rijbewijs een opfriscursus of een update met betrekking tot de geldende verkeersregels verbonden zou worden.

Zou het niet verstandig zijn om aan de aanschaf van een scootmobiel of een ander gehandicaptenvoertuig praktische vaardigheden en kennis van verkeersregels als voorwaarde te koppelen.

Rijscholen en maatschappelijke instellingen op het gebied van verkeer zouden hierin de uitvoerende rol kunnen vervullen.

Hoe slecht het met de kennis van de verkeersregels gesteld is, heb ik mogen ervaren als voorzitter van Veilig Verkeer Nederland district Limburg. Bij de in deze provincie samen met de Katholieke Bond Van Ouderen georganiseerde verkeersquiz voor senioren, genaamd Traffic Battle is gebleken dat deze kennis een dikke onvoldoende scoort.

Als verkeersdeelnemer maak ik mij vaak zorgen over mijn eigen veiligheid in het verkeer en die van mijn mede weggebruikers. Ik sta er versteld van hoe vaak verkeerslichten genegeerd worden en er door rood gereden wordt.

Datzelfde geldt voor het overschrijden van de maximaal toegestane snelheden, met name in de 30 en 50 km gebieden en het negeren van inhaalverboden op 80 km wegen. Ook vindt ik het verontrustend hoe in het bijzonder groepen scholieren omgaan met de voorrangsregels bij het benaderen van rotondes.

Dat gedrag vraagt ook om gedragsverandering middels handhaving. Bij het handhavingsbeleid moet niet de sanctie, of meer nog de hoogte van de sanctie uitgangspunt zijn, maar op de eerste plaats de kans dat men met een sanctie geconfronteerd wordt.

Als die kans als minimaal wordt ervaren waarom zou men zich dan aan de regels houden.

Er liggen dus nog een groot aantal taken voor de overheden weggelegd op het terrein van regelgeving, inrichting van de openbare ruimte, educatie, voorlichting en als sluitstuk een effectieve handhaving.

Tot slot zou ik aandacht willen vragen voor de nazorg voor verkeersslachtoffers in administratieve en juridisch zin. Als gevolg van een motorongeval met naar het zich laat aanzien blijvend letsel voor mijn oudste zoon heb ik de ervaring opgedaan dat het veel te lang duurt vooraleer verzekeringsmaatschappijen hun onderlinge zaken afwikkelen en dat er inzake de schuldvraag veel te lang op duidelijkheid van justitie gewacht moet worden. Voor het slachtoffer of zijn nabestaanden niet alleen frustrerend maar vaak ook leidend tot hoge kosten.

Mevrouw de voorzitter, dames en heren

Ik zei het reeds: “Maak van de 0 een punt” dient de doelstelling van het verkeersveiligheidsbeleid te zijn. Om dat te bereiken hebben we nog een lange weg te gaan. Een weg waarbij er ook in de toekomst helaas nog slachtoffers zullen vallen, zowel doden als ernstig gewonden.

Middels een goede analyse van die ongevallen zullen we moeten zoeken naar de oorzaken ervan en zullen oplossingen ter verbetering van de verkeersveiligheid aangedragen en ook uitgevoerd moeten worden. Geen gemakkelijke maar wel een uitdagende taak voor de diverse overheden.

Voor uw vereniging blijft er ook een taak weggelegd; een taak die u al twintig jaar vol overtuiging vervult. Ik complimenteer u met uw twintig jarige inzet en wens uw vereniging en alle slachtoffers en nabestaanden alle goeds voor de toekomst toe.

Ik dank u voor uw aandacht.

 

René Verheggen