Weert Lokaal heeft zeer betrokken leden die graag hun visie op onze Weertse gemeenschap delen. Onze fractievoorzitter, Jurrella Kleinmoedig, ging in gesprek met John Verstappen, die bijna vier jaar lid is van Weert Lokaal.
John, geboren in gemeente Weert en getogen in Nederweert-Eind, keerde 20 jaar geleden terug naar Weert, toen hij letterlijk zijn “hutje op de hei” vond in Altweerterheide. In het dagelijks leven is hij teammanager sociaal beleid voor de gemeente Tilburg en houdt hij zich bezig met inclusie, kunst, cultuur, sport en positieve gezondheid – onderwerpen die ook in gemeente Weert een belangrijke rol spelen.
Wandelend vanuit het buitengebied van Altweerterheide naar de kern, lieten we onze gedachten dwalen over de ontwikkelingen in Weert.
Mijn eerste vraag aan John was natuurlijk: “Wat vind je van je eigen gemeente?”
“Positief, een fijne gemeente met vele kwaliteiten vlakbij Eindhoven: het is een mooie maat der dingen. Weert is vooral mooi, omdat het Weert is.”
Een intrigerend antwoord, dus ik vroeg door: “Wat bedoel je met ‘mooie maat der dingen’?”
“De grootte van Weert zorgt ervoor dat mensen van verschillende etniciteiten en sociale klassen elkaar blijven ontmoeten. Dat is belangrijk voor een gemeenschap. Mensen moeten niet in hun eigen bubbels gaan leven.”
Ontmoeting als sleutel tot verbinding
Terwijl we verder liepen richting de kern van Altweerterheide, werd al snel duidelijk dat ‘ontmoeting’ ons kernonderwerp zou worden. John benadrukte hoe belangrijk het is om ervoor te zorgen dat mensen elkaar kunnen blijven ontmoeten.
Daar moest ik een scherpe vraag op stellen: “Moeten mensen niet zelf zorgen voor hun eigen ontmoeting?”
Zijn antwoord was genuanceerd: “Mensen maken primair keuzes vanuit eigenbelang, en die zijn niet altijd goed voor het collectief. Dat is paradoxaal en een groot dilemma. De mens is onderdeel van het probleem én de oplossing. Maar het is niet de bedoeling dat de overheid deze taak overneemt. Hoe meer de overheid overneemt, hoe minder de burger doet. Als overheid moet je naast de burger staan en faciliteren. Aansluiten bij wat er al speelt.”
Bijna bij de kern van Altweerterheide aangekomen, kwamen we langs een hoge stoeprand. John merkte op: “Ook hierover moeten we anders nadenken in het kader van toegankelijkheid. Over een paar jaar is een kwart van de Nederlandse bevolking ouder dan 67 jaar.”
Eenmaal in de kern van Altweerterheide, die recent gerevitaliseerd is, vroeg ik: “Wat is het kloppende hart van Altweerterheide?”
John hoefde er niet lang over na te denken: “De school.”
Hier vinden ontmoetingen plaats, ontstaan samenwerkingen in het belang van Altweerterheide, en groeien vriendschappen. De school als verbindende factor – daar was hij heel duidelijk over.
Hoe stimuleren we ontmoeting in de toekomst?
Op de terugweg naar zijn “hutje op de hei” stelde ik een laatste vraag: “Hoe stimuleren we ontmoeting?”
“Hier moet goed over worden nagedacht: het gaat om ruimtelijke invulling en stedenbouwkundig ontwerp. Vanaf 2050 krijgen we te maken met nieuwe uitdagingen, wanneer we de piek van de dubbele vergrijzing voorbij zijn. Dan zullen er vragen spelen zoals: hoe zorgen we ervoor dat woningen gevuld blijven? Daarom moet er nu toekomstbestendig worden gebouwd. We moeten nadenken over flexibel en aanpasbaar bouwen.”
Dit was niet meteen de oplossing, maar wel iets waar we als gemeente goed over moeten nadenken. Weert mag geen slaapstad worden
Samenvattend had John een duidelijke boodschap: “Onder de rook van Eindhoven mag Weert geen slaapstad worden. We moeten blijven bouwen aan de gemeenschap, de school inzetten als verbindende factor en ontmoeting als lijmmiddel voor verbinding gebruiken. Als overheid moet je dit in de gaten houden.
En toen moest ik toch die ene vraag stellen: “Is de groeiambitie om naar 60.000 inwoners te groeien een kans of een bedreiging?”
John was resoluut: “Op die schaal is het een kans: meer inwoners versterken de stad, de lokale economie en de aantrekkelijkheid voor nieuwe bedrijven. Dat heeft een positieve weerslag op de voorzieningen.”
Na deze wandeling had ik het gevoel dat ik met John de Nijmeegse Vierdaagse had kunnen lopen zonder uitgepraat te raken. Daarom gaf ik hem meteen aan: zijn advies wordt in de toekomst enorm gewaardeerd.