Arbeidsmigranten, het woord alleen heeft de afgelopen weken voor veel commotie gezorgd. De mensen die ons komen helpen met het invullen van vacatures die wij zelf om wat-voor-reden-dan-ook niet in kunnen vullen. Die ervoor zorgen dat onze economie blijft draaien. Die wij ontegenzeggelijk nodig hebben.
Het zijn ook de mensen waar wij behoorlijk wat vooroordelen over horen, voornamelijk via social media. Die met ‘voor overlast en oneerlijke concurrentie zorgende, bier drinkende, rommel makende en stelende’ benamingen allemaal over één kam geschoren worden. Onze vraag: wat doet dat met een mens? En wat geeft dat voor indruk aan onze inwoners uit Midden– en Oost Europa die hier al jaren wonen, en ook deel uitmaken van onze samenleving?
Druk op de woningmarkt verlagen
De raad heeft zich gebogen over de huisvesting van deze doelgroep. Want we werden geconfronteerd met een probleem. Er is een vacature-overschot waarvoor bedrijven arbeidsmigranten inhuren, aangezien de vacatures niet ingevuld worden door Nederlandse werkzoekenden. Met de inhuur van meer arbeidsmigranten door bedrijven, moet er ook meer huisvesting komen. Maar er is nu al druk op de woningmarkt, met name voor starters. Als huizen opgekocht gaan worden voor het plaatsen van arbeidsmigranten, dan wordt die druk alleen maar hoger. Daarbij laat de woonkwaliteit van deze vorm van huisvesting te wensen over. Een belangrijk punt, want iedereen vindt dat ook deze mensen fatsoenlijk gehuisvest moeten worden.
Om de druk op de woningmarkt te verlagen, fatsoenlijke huisvesting te kunnen faciliteren en monitoren én genoeg woonaanbod te kunnen creëren hebben we als raad besloten om de komst van zogenaamde arbeidsmigrantenhotels te organiseren. En wel voor maximaal 1000 mensen, op 3 locaties, waarbij er maximaal 400 personen per locatie mogen komen. Als geschikte locatie hebben wij gekozen voor bedrijventerreinen waarbij wij een win-win situatie voor ogen hadden: de leegstaande gebieden c.q. gebouwen worden opgeknapt, er is voldoende ruimte voor aanpassingen, en ploegendiensten en af-en aanrijdend vervoer is geen probleem. Om de nieuwe bewoners te faciliteren hebben wij ook opgenomen dat er een recreatieruimte in het pand aanwezig moet zijn, en om ervoor te zorgen dat een-en-ander ordelijk verloopt moet er goed beheer in het pand aanwezig zijn.
Eerst toetsen op nota en bouwbesluit
Maar een ding kon je op je vingers uittellen: waar de deze hotels ook zouden landen, het zou voor enige onrust gaan zorgen. Want dit is een nieuw concept voor Weert, en dus zijn er veel vragen, onzekerheden en ja ook ongerustheid van onze inwoners. En we hebben een slecht voorbeeld van hoe het niet moet met de huisvesting van deze doelgroep op de Kazernelaan. Als bestuur sta je dan eigenlijk 1-0 achter. Hoe mooi en goedbedoeld je plannen ook zijn, de angst en vooroordelen winnen het dan van de voorstellen. Dat is heel begrijpelijk. Alleen kun je daar niet op besturen. Vandaar dat Weert Lokaal vanaf het begin bij het goedkeuren van de nota aangedrongen heeft op drie zaken: een goed beheer en handhaving, uitvoerige communicatie en een intensieve samenwerking met onze inwoners.
Wat wij met zijn allen wellicht niet verwacht hadden, was dat er veel meer, en veel sneller aanvragen ingediend zijn bij de gemeente voor de ontwikkeling van dergelijke hotels. Hierbij heeft B&W besloten om de volgorde van binnenkomst leidend te laten zijn. Dat was een keuze. En daarbij zijn enkele voorstellen die niet aan de voorwaarden voldeden reeds afgevallen, maar de voorstellen die in de eerste instantie als rijp voor beoordeling worden gezien, die liggen nu voor. Die voorstellen worden nu getoetst op twee zaken: op de eerste plaats het vastgestelde beleid, compleet met de vastgelegde SNF normen voor huisvesting, beheer, invulling en uitvoering én er wordt gekeken naar het bouwbesluit. Daarbij is er voor beide locaties een klankbordgroep in het leven geroepen om alle zienswijzen (wensen van de belanghebbenden) te bundelen en te kijken of deze meegenomen kunnen worden mocht er een vergunning verleent worden. Als deze vergunning daadwerkelijk verleent wordt, dan is het gunstig voor de belanghebbenden als daar al zoveel mogelijk van hun wensen in meegenomen zijn. Mochten er nog zaken ontbreken, of is men het dan ergens niet mee eens, dan kan men bezwaar aantekenen, en wordt dit nogmaals beoordeeld. In het uiterste geval kan men met bezwaar daarna nog naar de rechter. Maar op dit moment moet er dus nog éérst worden getoetst op bouwbesluit.
Vanuit Weert Lokaal hebben wij dit onderwerp veelvuldig besproken, en daarbij zijn alle mogelijke standpunten de revue gepasseerd, met alle emoties die daarbij komen kijken. Want wij begrijpen dat er bezorgdheid is en er vragen zijn als je een arbeidsmigrantenhotel in jouw directe omgeving krijgt, maar we vinden ook dat mensen ver weg stoppen ook niet het gewenste resultaat gaat opleveren. Welke afstand is dan ver genoeg? Je wilt als bestuur hier een gedegen besluit over nemen, maar het is onmogelijk om een besluit te nemen waar iedereen tevreden mee gaat zijn, daarvan zijn wij ons maar al te bewust. Daarbij willen wij geen valse verwachtingen wekken bij onze inwoners. Want de raad heeft de kaders vastgesteld en nu is het aan het college om de aanvragen te beoordelen en te toetsen op het vastgestelde beleid. Zo is dat wettelijk overigens voor iedere omgevingsvergunning geregeld, van de aanvraag voor een aanbouw tot inderdaad een arbeidsmigrantenhotel. Daar kun je je als raad niet in mengen, dat moet je ook helemaal niet willen. Wij staan nog altijd achter het vastgestelde beleid. En vinden dat het vooral belangrijk is om met elkaar in gesprek te blijven, voor, tijdens en na het proces. Zodat je waar nodig kunt bijschaven, verbeteringen kunt doorvoeren, en ja indien nodig ook keihard durft in te grijpen.
Communicatie als werkwoord
Bij het uitrollen van een nieuw beleid kom je onvermijdelijk ook in aanraking met punten die je achteraf gezien wellicht anders had kunnen aanpakken. Communicatie is cruciaal, en hoewel de gemeente zo zorgvuldig en zo snel mogelijk alle informatie gedeeld en besproken heeft met de belanghebbenden zijn er zeker nog verbeterpunten. Er zijn nu eenmaal veel vragen, en het is voor de meeste mensen geen dagelijkse kost.
Dat zagen wij ook in de bijeenkomst in Stramproy waar de Dorpsraad prima uitleg gaf over de situatie, hun eigen standpunt helder weergaf, maar ook openstond voor de boodschap van anderen. Waar ook de inwoners op een keurige wijze hun zorgen hebben uitgesproken. Want wij snappen hun zorgen, en wij kunnen ze vooraf nooit helemaal wegnemen, maar het college kan wel vooraf al hun wensen bundelen en meenemen in de beoordeling. Daar hebben wij op aangedrongen in deze bijeenkomst, en wij zijn de Dorpsraad zeer erkentelijk dat ze toch een afvaardiging hebben afgestuurd om zitting te nemen in de klankbordgroep. Wij denken dat ze de belanghebbenden daar een grote dienst mee bewijzen. Dat de gemeente hier leergeld betaald, dat is duidelijk. Vandaar dat wij het ook een goede beslissing van het college vinden om pas op de plaats te doen, deze twee aanvragen te beoordelen, en hierna te evalueren wat de beste vervolgstappen kunnen zijn. Dat geeft ruimte tot reflectie en bezinning.
Kortom, wij hebben als raad en college een nota vastgesteld waaraan de aanvragen momenteel getoetst worden. Wij hebben de kaders gesteld, en nu is het aan het college om te toetsen of de aanvragen aan de gestelde kaders voldoen. Laten we in de tussentijd vooral met elkaar in gesprek blijven.